ECLI:NL:CBB:2015:245
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.C. Stuldreher
- W.M.J.A. Duret
- Rechtspraak.nl
Toepassing van korting op bedrijfstoeslag wegens te late indiening van de Gecombineerde Opgave 2013
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma en de staatssecretaris van Economische Zaken. De vennootschap had een bedrijfstoeslag aangevraagd voor het jaar 2013 op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De staatssecretaris had echter een korting van 7% toegepast op de uitbetaling van de bedrijfstoeslag, omdat de aanvraag te laat was ingediend. De vennootschap stelde dat zij al het mogelijke had gedaan om de aanvraag tijdig in te dienen en dat de blokkering van haar account door de staatssecretaris op 10 mei 2013 een tijdige indiening onmogelijk maakte. De vennootschap had de wijziging van de rechtsvorm van haar bedrijf gemeld bij de Kamer van Koophandel, wat leidde tot de blokkering van haar account.
Het College overwoog dat het de verantwoordelijkheid van de vennootschap is om tijdig haar aanvraag in te dienen en dat het risico dat de aanvraag niet tijdig bij de staatssecretaris aankomt bij de vennootschap ligt. De termijn voor de indiening van de Gecombineerde Opgave 2013 eindigde op 15 mei 2013, maar de aanvraag werd pas op 27 mei 2013 ontvangen, wat resulteerde in een korting van 7%. De vennootschap had niet tijdig een beroep op overmacht gedaan, waardoor dit beroep niet kon slagen. Het College concludeerde dat de vennootschap niet aannemelijk had gemaakt dat zij voldeed aan de criteria voor overmacht en dat de omstandigheden die zij aanvoerde voor haar rekening en risico kwamen.
De uitspraak van het College bevestigt dat de indieningstermijnen strikt moeten worden nageleefd en dat het risico van een te late indiening bij de aanvrager ligt. Het beroep van de vennootschap werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.