Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2015 in de zaak tussen
[naam] V.O.F., te [plaats], appellante
(gemachtigde: mr. D. Pool)
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
19 juli 2012, ECLI:NL:CBB:2012:BX3430) dient het controleverslag op grond van artikel 54, eerste lid, onder c, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 een evaluatiegedeelte te bevatten en dient dit evaluatiegedeelte er, voor zover hier van belang, blijkens artikel 71, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 toe om het betaalorgaan in de gelegenheid te stellen te beoordelen of er aanleiding is om het reguliere kortingspercentage van 3% te verlagen tot minimaal 1%. Gelet op het controlerapport, dat tevens is voorzien van de aanduiding ‘inclusief rapport nalevingspecificatie’ ziet het College geen grond voor de veronderstelling dat de AID in dit geval heeft nagelaten de niet-naleving van een evaluatie te voorzien, zoals appellante kennelijk wil betogen met haar stelling dat het controlerapport ten onrechte geen informatie bevat voor een beslissing over verlaging van het reguliere kortingspercentage. Uit het onderdeel ‘specificatie niet-naleving randvoorwaarden’ uit het controleverslag blijkt naar het oordeel van het College dat de AID geen aanleiding heeft gezien om de korting te verlagen naar 1%. In hetgeen appellante heeft aangevoerd ziet het College ook geen grond voor het oordeel dat verweerder in afwijking van de reguliere korting van 3% had moeten volstaan met een korting van 1%. Gezien het met artikel 8a, eerste lid, van het Besluit beoogde doel, zoals door verweerder onweersproken is uiteengezet en hiervoor in rechtsoverweging 3 is weergegeven, en in aanmerking genomen de aanzienlijke totale oppervlakte van 4.85 ha van de niet tijdig met vanggewas ingezaaide percelen van appellante, kan naar het oordeel van het College niet worden volgehouden dat de niet-naleving wat ernst en omvang betreft oplegging van de reguliere korting van 3% niet rechtvaardigt. Overigens is hier geen sprake van een opzettelijke niet-naleving, waarvoor op grond van artikel 72, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 een reguliere korting van 20% zou hebben gegolden, die kan worden verlaagd tot niet minder dan 15%.