Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
11201
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2015 in de zaken tussen
[naam 1], te [plaats], appellant
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Voorts heeft het College overwogen dat bij de beantwoording van de vraag of een last strekt tot voorkoming van herhaling van eerdere overtredingen verschillende omstandigheden op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien een rol spelen. Het gaat hier om omstandigheden die een beeld geven van de mate van continuïteit in de aan orde zijnde overtredingen, zoals de aard van de overtreding, de mate van overeenkomst - bijvoorbeeld wat betreft de plaats ervan - met de eerdere geconstateerde overtredingen en het tijdsverloop sinds die overtreding. Voor de aard van de overtreding is onder meer van belang dat het gaat om overtredingen van hetzelfde voorschrift met dezelfde strekking, wil gesproken kunnen worden van een herhaling. Om tot de conclusie te komen dat de last strekt ter voorkoming van een herhaling, is vereist dat de omstandigheden ten tijde van het opleggen van de last op één lijn kunnen worden gesteld met de omstandigheden ten tijde van de eerdere overtreding.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de beroepen gegrond zijn. Het College vernietigt de bestreden besluiten en herroept de primaire besluiten.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- herroept de primaire besluiten;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,- aan appellant te vergoeden;