ECLI:NL:CBB:2014:95
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.E. Doolaard
- M.A. van der Ham
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van tariefbeschikking door de Nederlandse Zorgautoriteit met betrekking tot Stichting Atrium Medisch Centrum Parkstad
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 maart 2014, wordt de tariefbeschikking van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ten aanzien van Stichting Atrium Medisch Centrum Parkstad beoordeeld. De zaak betreft een beroep tegen de besluiten van de NZa, waarin een korting op het Functioneel Budget van appellante is vastgesteld. Appellante, die haar ziekenhuis in een krimpregio exploiteert, stelt dat de NZa onvoldoende rekening heeft gehouden met de demografische factoren die haar omzetontwikkeling beïnvloeden. De NZa heeft op 25 januari 2011 en 26 september 2011 tariefbeschikkingen genomen, waarbij een korting van respectievelijk € 4.510.817 en € 3.347.198 is opgelegd. Appellante betoogt dat deze kortingen onevenredige gevolgen hebben, omdat de NZa geen rekening heeft gehouden met de autonome, externe omstandigheden van haar ziekenhuis.
Het College overweegt dat de NZa binnen de budgetsystematiek geen normen heeft voor volumeontwikkeling op instellingsniveau, waardoor het niet mogelijk is om per zorgaanbieder aan te geven of deze heeft bijgedragen aan de overschrijding van het Budgettair Kader Zorg (BKZ). De NZa heeft in haar bestreden besluit aangegeven dat de zorgvraag in de regio van appellante zal toenemen, ondanks de bevolkingsdaling. Het College concludeert dat de NZa terecht heeft geoordeeld dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet tot een afwijking van de beleidsregel hoeven te leiden. De beroepsgronden van appellante worden als ongegrond verklaard, en het College bevestigt de beslissing van de NZa.