Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 november 2014 in de zaak tussen
[naam], te [plaats], appellant
(gemachtigde: ir. S. Boonstra),
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
17 december 2013 heeft het College reeds overwogen dat er geen aanleiding is voor het oordeel dat verweerder de afgekeurde oppervlakte kleiner diende vast te stellen dan de destijds al berekende oppervlakte van 0.15 ha. Verweerder heeft daarom in het bestreden besluit op juiste wijze uitvoering gegeven aan de uitspraak van het College. Het College heeft in deze uitspraak tevens geoordeeld – zoals herhaald in de uitspraak van 23 juli 2014, ECLI:NL:CBB:2014:292, die betrekking heeft op de bedrijfstoeslag 2011 van appellant – dat het AID-rapport over de bedrijfstoeslag voor 2008 niet als uitgangspunt kan dienen voor de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2010. Dit, reeds omdat de meetresultaten uitgaan van de PIPO-percelen en niet van de thans gehanteerde AAN-laag. Het College heeft hierbij overwogen dat in de PIPO ten onrechte niet subsidiabele elementen werden meegenomen in de perceelsoppervlaktes. Uit de opmerking in het AID-rapport bij de rubriek ‘Omschrijving van het aanvullend verzoek’ over de meetresultaten in het rapport van Oranjewoud volgt niet dat de in dit rapport vermelde concrete meetresultaten voor het jaar 2008 zijn gebaseerd op de AAN-laag, zoals appellant veronderstelt. Het College ziet in hetgeen appellant thans heeft aangevoerd geen aanleiding om anders te oordelen op dit punt.