Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 februari 2014 in de zaak tussen
[naam 1], te [plaats], appellante
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor het geval perceel 21 niet als subsidiabel kan worden beschouwd, is appellante van mening dat de opgelegde sanctie te hoog is. Er is geen sprake van frauduleus handelen of opzettelijke fouten. Eerst op 5 juli 2011 heeft appellante de beschikking BTR 2010 ontvangen waarbij delen van perceel 21 waren afgewezen. Bij de door haar op 14 mei 2011 ingediende Gecombineerde opgave voor 2011 heeft appellante hier dan ook nog geen rekening mee kunnen houden.
moetworden opgelegd.
Dat appellante de beslissing over de bedrijfstoeslag 2010, waarbij delen van perceel 21 zijn afgewezen, eerst na de termijn voor het indienen van de opgave 2011 heeft ontvangen, doet hier niet aan af nu het appellante niet kan zijn ontgaan dat zij, toen zij de aanvraag voor 2011 invulde, de in verweerders systeem geregistreerde oppervlaktes overschreed; appellante heeft in deze aanvraag immers de reden daarvoor moeten aangeven. Hierdoor heeft appellante er bewust voor gekozen om meer oppervlakte op te geven en daarmee heeft zij ook – bewust – het risico genomen dat deze extra oppervlakte afgewezen zou worden. Derhalve is appellante er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat haar geen schuld treft.