ECLI:NL:CBB:2013:CA1170
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van bedrijfstoeslag op basis van administratieve controles
In deze zaak heeft appellant A, gevestigd te B, beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder, de Staatssecretaris van Economische Zaken, inzake de vaststelling van zijn bedrijfstoeslag voor het jaar 2010. Het primaire besluit, genomen op 10 mei 2011, stelde de bedrijfstoeslag vast op € 6.746,51, waarbij een oppervlakte van 1.07 ha werd afgekeurd. Na bezwaar van appellant heeft verweerder op 16 december 2011 het bezwaar gegrond verklaard en het primaire besluit deels herroepen, wat resulteerde in een nabetaald bedrag van € 44,-. Appellant was het echter niet eens met de opgelegde korting en stelde dat de metingen van de percelen niet klopten. Hij verzocht om een fysieke veldinspectie om de oppervlakte van zijn percelen te verifiëren.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 1 mei 2013 uitspraak gedaan. Het College overwoog dat de lidstaat verplicht is om administratieve controles uit te voeren op steunaanvragen, waaronder de verificatie van subsidiabele oppervlakten. De regelgeving vereist dat de referentiepercelen op basis van luchtfoto's worden vastgesteld, en het College oordeelde dat de door verweerder toegepaste methode voor oppervlaktebepaling correct was. Appellant kon niet aantonen dat de door verweerder vastgestelde oppervlakten onjuist waren, en de verzoeken om een fysieke inspectie werden afgewezen.
De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond was, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding. Het College benadrukte dat de administratieve controles in overeenstemming waren met de geldende Europese regelgeving en dat de door verweerder toegepaste methoden adequaat waren voor het vaststellen van de subsidiabele oppervlakten.