ECLI:NL:CBB:2013:CA1029

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
AWB 10/742 eind
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbesluit na toepassing bestuurlijke lus in de gasvoorwaarden

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 12 april 2013, wordt het herstelbesluit van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) behandeld. De zaak betreft een beroep van Gas Transport Services B.V. (GTS) tegen een besluit van de NMa, dat eerder was vernietigd vanwege een gebrek in de motivering. Het College verwijst naar een eerdere tussenuitspraak van 18 september 2012, waarin het gebrek werd vastgesteld. NMa heeft in een brief van 14 november 2012 een nadere motivering gestuurd, waarin een behandelplan werd gepresenteerd voor de onderwerpen 'commissioning service' en 'overdracht van transportrechten' in de Transportvoorwaarden Gas-LNB.

Het College beoordeelt of deze nadere motivering voldoende is om de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand te laten. GTS heeft geen opmerkingen gemaakt over het herstelbesluit, terwijl de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) instemt met het behandelplan, mits dit tijdig wordt uitgevoerd. Het College concludeert dat de NMa met de nadere motivering voldoende inzicht heeft gegeven in de besluitvormingsprocedure en de vervolgstappen.

Uiteindelijk verklaart het College het beroep van GTS gegrond, vernietigt het het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Tevens wordt NMa veroordeeld in de proceskosten van GTS, vastgesteld op € 1.180,-, en moet NMa het griffierecht van € 298,- vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering in bestuursrechtelijke besluiten en de rol van het College in het waarborgen van rechtsbescherming.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 10/742 12 april 2013
18400 Gaswet
Uitspraak in de zaak van:
Gas Transport Services B.V., te Groningen (hierna: GTS), appellante,
gemachtigden: mr. A.A. Kleinhout, advocaat te Den Haag, en mr. drs. D.L. Zelhorst, werkzaam bij GTS,
tegen
de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, (hierna: NMa), verweerder
gemachtigden: mr. drs. E.T.W.M. van Leeuwen en mr. J.A.H. Koomen, werkzaam bij NMa,
waaraan voorts als partij deelneemt:
de Vereniging voor Energie, Milieu en Water, te Woerden (hierna: VEMW),
gemachtigde: mr. M.R. het Lam, advocaat te Den Haag.
1. Het procesverloop
Voor een beschrijving van het verloop van de procedure tot en met 18 september 2012 verwijst het College naar rubriek 1 van zijn tussenuitspraak van die datum (LJN: BX8575).
Bij brief van 14 november 2012 heeft NMa mededeling gedaan van het herstel van het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek door toezending van een nadere motivering van het bestreden besluit van 2 juni 2010 in de vorm van een behandelplan voor het opnemen van de onderwerpen 'commissioning service' en 'overdracht van transportrechten' in de Transportvoorwaarden Gas-LNB.
Bij brieven van 17 december 2012 en 18 december 2012 hebben GTS en VEMW een schriftelijke reactie op de nadere motivering aan het College toegezonden.
2. De beoordeling van het geschil
2.1 De bepalingen op grond waarvan het bestreden besluit is genomen zijn weergegeven in rubriek 2.1 van de hiervoor genoemde tussenuitspraak.
2.2 In de tussenuitspraak heeft het College vastgesteld dat het bestreden besluit niet voorziet in een behandelplan waarmee de onderwerpen 'commissioning service' en 'overdracht van transportrechten' alsnog in de Transportvoorwaarden Gas-LNB worden opgenomen en geoordeeld dat vanwege dit gebrek, het beroep van GTS gegrond is. Het bestreden besluit zal om die reden worden vernietigd. Ter beoordeling staat thans of de nadere motivering die NMa heeft ingediend stand kan houden en of deze aanleiding geeft om de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand te laten.
2.3 De nadere motivering van het bestreden besluit bestaat uit een opdracht aan de gezamenlijke netbeheerders om binnen vier weken na bekendmaking van het herstelbesluit te komen tot een codevoorstel waarin de onderwerpen 'commissioning service' en 'overdracht van transportrechten' uitputtend worden geregeld. Daarbij heeft NMa de verwachting uitgesproken dat hij een aan de uniforme voorbereidingsprocedure verwante procedure van toepassing zal verklaren en dat hij in dat kader vóór 1 maart 2013 een ontwerpbesluit zal kunnen publiceren. Voorts heeft NMa het voornemen geuit om – na het doorlopen van een zienswijzenprocedure – vóór 15 juli 2013 een besluit te nemen.
2.4 GTS heeft te kennen gegeven dat zij, gelet op het feit dat de gezamenlijke netbeheerders tot uiterlijk 11 januari 2013 is gegeven om aan de opdracht van NMa te voldoen, geen opmerkingen heeft over het herstelbesluit en het daarin opgenomen behandelplan. VEMW heeft bericht in te stemmen met het in het herstelbesluit opgenomen behandelplan, mits dit plan binnen de daarin opgenomen termijn ten uitvoer wordt gebracht.
2.5 Het College stelt vast dat NMa met de hiervoor onder 2.3. weergegeven nadere motivering inzicht heeft gegeven in de besluitvormingsprocedure, de daaruit voortvloeiende concrete vervolgstappen, een tijdschema en de termijn waarbinnen hij het besluit in verband met het opnemen van de onderwerpen 'commissioning service' en 'overdracht van transportrechten' in de Transportvoorwaarden Gas-LNB zal nemen, zodat wordt voldaan aan de eisen die aan een behandelplan worden gesteld. Het College stelt voorts vast dat GTS en VEMW geen bezwaren hebben geuit tegen de inhoud van het behandelplan. Het College beantwoordt de vraag zoals geformuleerd in 2.2 daarom bevestigend.
2.6 Het College acht termen aanwezig om NMa te veroordelen in de proceskosten van GTS. NMa dient de kosten van de door gemachtigde van GTS beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht, te vergoeden. Deze kosten zijn vastgesteld op € 1.180,- (één punt voor het indienen van het beroepschrift, één punt voor de zitting die heeft plaatsgevonden en een halve punt voor het indienen van een zienswijze na bestuurlijke lus, tegen een waarde van € 472,- per punt, in een zaak van gemiddeld gewicht, met vermenigvuldigingsfactor 1).
2.7 NMa dient het door GTS voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht te vergoeden.
3. De beslissing
Het College:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven;
- veroordeelt NMa in de proceskosten van GTS tot een bedrag van € 1.180,- (zegge: elfhonderdentachtig euro);
- bepaalt dat NMa het door GTS voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ad € 298,- (zegge:
tweehonderdachtennegentig euro) vergoedt.
Aldus gewezen door mr. M. Munsterman, mr. M. van Duuren en mr. C.J. Waterbolk, in tegenwoordigheid van mr. O.C. Bos als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 12 april 2013.
w.g. M. Munsterman w.g. O.C. Bos