Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 17 juli 2013 in de zaken tussen
[A](C1000 Fokkesteeg), beide te Nieuwegein, appellanten, (gemachtigde: mr. M.R. Plug),
burgemeester en wethouders van Nieuwegein, verweerders
Procesverloop
Overwegingen
In de primaire besluiten is ten onrechte verwezen naar het op 21 januari 2012 in werking getreden Beleid, terwijl de primaire besluiten dateren van 18 juni 2012. Dit gebrek wordt met toepassing van artikel 6:22 Algemene wet bestuursrecht (Awb) gepasseerd. Verwezen had moeten worden naar het reeds in oktober 2011 kenbaar gemaakte en materieel in werking getreden nieuwe beleid..
Deze ontheffingen kunnen niet op grond van artikel 4, aanhef en onder b, van de Verordening worden gewijzigd, althans niet op de grond die verweerders daarvoor hebben gebruikt. Verweerders gaan er ten onrechte van uit dat het gewijzigde beleid een veranderde omstandigheid of gewijzigd inzicht is, die wijziging van de ontheffingen noodzakelijk maakt in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffingen zijn vereist. Wijziging van een ontheffing dient altijd gekoppeld te zijn aan de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist. Deze belangen worden gevonden in de weigeringsgronden voor een ontheffing: een ontoelaatbaar nadelige beïnvloeding van de woon- of leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel door openstelling daarvan (artikel 6, vierde lid, van de Verordening). In het geval van appellanten is hiervan geen sprake. Verweerders hebben in de bestreden besluiten ten onrechte niet gereageerd op deze in bezwaar reeds aangevoerde bezwaren. De bestreden besluiten lijden hierdoor aan een motiveringsgebrek. Verder kunnen verweerders niet met toepassing van het nieuwe beleid de ontheffingen van appellanten wijzigen, omdat dit beleid pas nadien in werking is getreden.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- herroept de primaire besluiten en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden besluiten;
- draagt verweerders op het betaalde griffierecht aan appellanten (ieder € 310,--) te vergoeden;
- veroordeelt verweerders in de proceskosten tot een bedrag van € 1888,-- te betalen aan appellanten.