Uitspraak
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De grondslag van het geschil
De boete van € 42.100 betreft de volgende overtredingen:
a. van vier medewerkers is in strijd met artikel 50, tweede en derde lid van de Wko, de verklaring omtrent gedrag na aanvang van de werkzaamheden overgelegd;
b. van vier beroepskrachten ontbreekt de op grond van artikel 49, eerste lid en artikel 50, eerste lid, Wko en artikel 9 van de Beleidsregels vereiste beroepskwalificatie;
c. Big Ben heeft in strijd met artikel 49, eerste lid, en artikel 50, eerste lid, Wko geen risico-inventarisatie veiligheid;
d. Big Ben heeft in strijd met artikel 49, eerste lid, en artikel 50, eerste lid, Wko geen risico-inventarisatie gezondheid;
e. Big Ben heeft geen protocol kindermishandeling, in strijd met artikel 49, eerste lid, Wko, in samenhang met artikel 10a van de Beleidsregels;
f. Big Ben voldoet niet aan de voorschriften omtrent de binnenspeelruimte van artikel 49, eerste lid, Wko, in samenhang met artikel 5 van de Beleidsregels;
g. Big Ben voldoet niet aan de voorschriften omtrent de buitenspeelruimte van artikel 49, eerste lid, Wko, in samenhang met artikel 7 van de Beleidsregels;
h. Big Ben voldoet in strijd met artikel 49 en 50 Wko niet aan de beroepskracht-kind-ratio;
i. Big Ben, voldoet in strijd met artikel 49, eerste lid, Wko en artikel 50, eerste lid, van de Wko in samenhang met artikel 2 van de Beleidsregels, niet aan de voorwaarden omtrent de inhoud van het pedagogisch beleidsplan.
3.De uitspraak van de rechtbank
4.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
aan Big Ben boetes voor de voor de overtredingen genoemd in rubriek 2.3 onder b, e, f, g en i van deze uitspraak op te leggen.
Ingevolge artikel 50, eerste lid, Wko, organiseert de houder van een kindercentrum de kinderopvang op zodanige wijze, voorziet het kindercentrum zowel kwalitatief, als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, en voert een zodanig pedagogisch beleid dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde kinderopvang. Ter uitvoering van de eerste volzin besteedt de houder in ieder geval aantoonbaar aandacht aan het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte, de opleidingseisen van de beroepskrachten en de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen.
Dit betekent dat het hoger beroep van Big Ben gegrond is en de aangevallen uitspraak voor vernietiging in aanmerking komt.
De rechtbank is van oordeel dat burgemeester en wethouders, gelet op de ter zake geldende wettelijke bepalingen, terecht stellen dat er op de datum van indiensttreding sprake moet zijn van een verklaring omtrent het gedrag. De rechtbank is hierbij uitgegaan van de toepassing van het bepaalde met betrekking tot de vereiste verklaring omtrent gedrag in 1.50, vierde en vijfde lid, van de per 1 augustus 2010 in werking getreden Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkokp). De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat een concrete onderbouwing van de stelling van Big Ben dat [B] en [C] eerst op 1 november 2009 met het verrichten van arbeid zijn begonnen, ontbreekt.
Tussen partijen is niet in geschil dat de risico-inventarisatie niet gereed was tijdens de inspectie. Het College stelt vast dat, anders dan Big Ben betoogt, hiermee sprake is van overtreding van genoemd wettelijk voorschrift. Dat Big Ben een startende onderneming is waarin de voertaal Engels is, dat de risico-inventarisatie gedeeltelijk af was en inmiddels gereed is, maakt dat niet anders. Het College is van oordeel dat burgemeester en wethouders derhalve bevoegd waren om een boete op te leggen voor het ontbreken van de vereiste risico-inventarisatie.
Het College acht een matiging van de boete met 50% op zijn plaats, gelet op de hoogte van de gecumuleerde boete, het feit dat Big Ben een onderneming van relatief geringe omvang is en het de eerste keer is dat Big Ben een bestuurlijke sanctie voor deze overtredingen krijgt opgelegd.
5.De beslissing
12 september 2013.