4. De beroepen in de zaken 08/780 en 08/781 (Besluit WLR- tarieven II)
4.1 Het beroep van KPN
KPN heeft in zaak 08/780 de volgende grieven aangevoerd.
4.1.1 Ten onrechte heeft OPTA niet uitdrukkelijk bepaald dat het Besluit WLR-tarieven II terugwerkende kracht toekomt (grief 1).
In de WLR-uitspraak is het beroep van KPN gegrond verklaard, maar is de aan KPN opgelegde tariefverplichting niet vernietigd. Na de vernietiging van het Besluit WLR-tarieven I waren de tarieven voor de WLR-diensten van KPN wel uit hoofde van het WLR-besluit gereguleerd op basis van retail-minus, maar was er rechtens geen minus vastgesteld. In het Besluit WLR-tarieven II heeft OPTA deze leemte hersteld en op basis van een verbeterde motivering opnieuw de drie minussen vastgesteld en wel op exact hetzelfde niveau als in het Besluit WLR-tarieven I.
KPN is van mening dat, hoewel OPTA dit in het Besluit WLR-tarieven II niet met zoveel woorden heeft bepaald, de daarin vastgestelde minussen hebben te gelden vanaf het moment dat de in het Besluit WLR-tarieven I vastgestelde minussen golden. OPTA heeft desverzocht echter geweigerd de terugwerkende kracht van het Besluit WLR-tarieven II te bevestigen.
KPN verzoekt het College primair om te bepalen dat grief 1 faalt, omdat uit het Besluit WLR-tarieven II reeds volgt dat de vaststelling van de minussen terugwerkt tot het moment waarop de in het Besluit WLR-tarieven I vastgestelde minussen golden en subsidiair om het beroep van KPN gegrond te verklaren en zelf in de zaak te voorzien door te bepalen dat de in het Besluit WLR-tarieven II vastgestelde minussen terugwerken tot het moment waarop de in het Besluit WLR-tarieven I vastgestelde minussen zijn gaan gelden.
4.1.2 Ten onrechte heeft OPTA bij de formulering van dictumonderdeel I.b van het Besluit WLR-tarieven II enige verwarring geschapen omtrent het feit dat in het Besluit WLR-tarieven II de sedert 1 maart 2008 geldende WLR-tarieven op basis van de retail-minus-methodiek zijn vastgesteld en geen tariefplafonds (grief 2).
In dictumonderdeel I.b van het Besluit WLR-tarieven II is het woord 'minimaal' opgenomen. Dit dient te worden beschouwd als een kennelijke verschrijving, aangezien OPTA nergens in het Besluit WLR-tarieven II heeft overwogen dat de WLR-tarieven die op basis van de retail-minus worden bepaald, hebben te gelden als tariefplafonds in plaats van als vaste tarieven. Een vergelijkbare bepaling ontbreekt in het Besluit WLR-tarieven I.
4.2 Het beroep van Tele2 en Pretium
Tele2 en Pretium hebben, samengevat weergegeven, in zaak 08/781 de volgende grieven aangevoerd.
4.2.1 OPTA gaat voor de retail-minus methode uit van de retailtarieven van een retaildienst die inmiddels niet meer als relevante dienst kan worden aangemerkt. Dit is in strijd met het marktanalysebesluit en leidt tot een pricesqueeze (grief 1).
In het marktanalysebesluit heeft OPTA bepaald dat de tarieven voor de WLR-diensten zoveel mogelijk worden bepaald door toepassing van de retail-minus methodiek. Om te bepalen welke WLR-tarieven op basis van retail-minus kunnen worden vastgesteld, heeft OPTA onderzocht welke door KPN aangeboden retaildiensten kunnen worden aangemerkt als tegenhanger oftewel afspiegeling van de diensten waarvoor KPN WLR moet leveren. De tarieven die KPN voor deze retaildiensten in rekening brengt aan haar abonnees, zijn het uitgangspunt voor het vaststellen van de WLR-tarieven.
In het ontwerp Besluit WLR-tarieven II ging OPTA er van uit dat de door KPN als BelBasis en Belvrijweekend aangeboden diensten als de voor het vaststellen van de WLR-tarieven relevante retaildiensten moeten worden aangemerkt. Vanaf 1 februari 2007 heeft KPN vrijwel alle consumenten met een BelBasis-abonnement via een zogenaamde opt-out-procedure overgezet naar het Belvrijweekend-abonnement. Als gevolg hiervan wordt BelBasis thans vrijwel uitsluitend afgenomen door (grote) zakelijke abonnees en niet meer door abonnees voor wie WLR-afnemers retaildiensten in de markt kunnen zetten op basis van WLR. Met ingang van 1 maart 2008 heeft KPN het abonnementstarief van Belvrijweekend verder verlaagd en tegelijkertijd de tarieven van BelBasis verhoogd. Het gevolg hiervan was dat vanaf 1 maart 2008 het abonnementstarief voor Belvrijweekend substantieel lager was dan dat voor BelBasis.
Voor de business case van de WLR-afnemers had dit twee gevolgen. In de eerste plaats leidde de verhoging van de BelBasis-tarieven van € 18,16 tot € 18,48 er toe dat bij de toepassing van de retail-minus methodiek werd uitgegaan van hogere relevante retailtarieven en de WLR-afnemers dientengevolge hogere WLR-tarieven moesten betalen aan KPN. In de tweede plaats leidde de verlaging van de tarieven voor Belvrijweekend van € 19,00 tot € 18,00 en het automatisch overzetten van BelBasis-abonnees naar Belvrijweekend er toe dat de WLR-afnemers de facto niet langer concurreren met BelBasis, maar met Belvrijweekend. Deze combinatie van hogere wholesaletarieven voor WLR en lagere tarieven voor de retaildienst waarmee moest worden geconcurreerd, had voor de WLR-afnemers een pricesqueeze tot gevolg.
OPTA had, gelet op het voorgaande, in het ontwerp Besluit WLR-tarieven II terecht Belvrijweekend als relevante retaildienst aangemerkt, maar is hier in het definitieve Besluit WLR-tarieven II op teruggekomen. Tele2 en Pretium achten de door OPTA gegeven motivering voor deze koerswijziging ontoereikend. In de eerste plaats merken zij op dat OPTA de keuze om BelBasis als relevante dienst aan te merken 'vooral' baseert op de veronderstelling dat de squeezemarge zou zijn gestegen, waaruit Tele2 en Pretium afleiden dat er kennelijk ook nog andere, niet in het bestreden besluit genoemde en uiteengezette overwegingen aan de basis liggen van de koerswijziging. In de tweede plaats blijkt volgens Tele2 en Pretium uit het bestreden besluit niet wat de overwegingen van OPTA waren om, in afwijking van het ontwerp Besluit WLR-tarieven II, KPN te volgen in haar redenering dat het hanteren van meerdere gereguleerde tarieven voor de desbetreffende wholesalediensten niet passend zou zijn. Het is onbegrijpelijk dat OPTA beslissende betekenis toekent aan de overweging dat Belvrijweekend, anders dan BelBasis, een bundel van retaildiensten zou betreffen. OPTA verwijst naar randnummer 10 van Annex F van het marktanalysebesluit retail vaste telefonie van 16 december 2005 waaruit zou blijken dat bundels zijn vrijgesteld van afspiegeling, maar in dit randnummer wordt niet ingegaan op bundels en de vrijstelling daarvan. Voorts is opmerkelijk dat, hoewel OPTA zich op het standpunt stelt dat Belvrijweekend valt onder de bundelvrijstelling, zij toch ingaat op de mogelijkheid dat KPN door de introductie van bundels de tariefregulering kan omzeilen en margeuitholling kan optreden. OPTA onderkent dus dat de bundelvrijstelling in voorkomende gevallen niet heeft te gelden. Dat, zoals OPTA stelt, de squeezemarges zijn toegenomen en er geen risico is op margeuitholling is zeer onaannemelijk. OPTA verwijst naar door haar gemaakte berekeningen, maar gaat niet in op de berekeningen van Tele2 en Pretium waaruit anders blijkt. In het nieuwe marktanalysebesluit retail vaste telefonie van 19 december 2008 heeft OPTA het terecht wel passend geacht de WLR-verplichting ook te laten gelden voor aansluitingen die als onderdeel van een bundel worden aangeboden.
4.2.2 OPTA staat KPN ten onrechte toe om voor het zogenaamde restverkeer veel te hoge tarieven in rekening te brengen bij de WLR-afnemers (grief 2).
Voor een toelichting op deze grief hebben Tele2 en Pretium verwezen naar hun beroep in de zaak 08/786, waarin zij dezelfde grief hebben aangevoerd.
4.2.3 OPTA heeft ten onrechte de RoS beperkt tot vijf procent (grief 3).
In rechtsoverweging 9.1.3 van de uitspraak WLR-tarieven oordeelde het College dat zolang OPTA de minussen niet op de juiste grondslag had vastgesteld, niet vooruitlopend kon worden gezegd dat deze minussen te laag waren vastgesteld. Nu OPTA de minussen opnieuw heeft vastgesteld, verwijzen partijen naar de grieven die zijn aangevoerd tegen het Besluit WLR-tarieven I.
4.2.4 Voor zover OPTA in het besluit heeft bedoeld aan te geven dat de tarieven met terugwerkende kracht worden vastgesteld, geldt dat dit uitgangspunt onjuist en onterecht is (grief 4).
4.2.5 Voor zover OPTA in het besluit heeft bedoeld aan te geven dat de vastgestelde retail-minus tarieven geen tariefplafonds zouden betreffen, geldt dat dit uitgangspunt onjuist en onterecht is (grief 5).