ECLI:NL:CBB:2010:BO5759
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van financiële steun voor interventiemaatregelen in de visserijsector door ontbreken werkprogramma
In deze zaak heeft appellante, A U.A., beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarin haar aanvraag voor financiële steun voor interventiemaatregelen werd afgewezen. De Minister had eerder op 12 mei 2009 besloten dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het ontvangen van deze steun, omdat zij geen goedgekeurd werkprogramma had ingediend. Appellante heeft haar beroep aangevuld met gronden en de zaak is op 6 oktober 2010 ter zitting behandeld.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellante recht heeft op financiële steun, ondanks het ontbreken van een werkprogramma. De relevante regelgeving, waaronder de Verordening (EG) nr. 104/2000, vereist dat producentenorganisaties een werkprogramma indienen aan het begin van het visseizoen. Het College heeft vastgesteld dat appellante dit werkprogramma niet heeft ingediend, wat volgens de wetgeving leidt tot uitsluiting van financiële steun.
Appellante heeft betoogd dat het niet indienen van het werkprogramma niet haar schuld was, en dat de Minister haar niet tijdig had herinnerd aan deze verplichting. Het College heeft echter geoordeeld dat appellante verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van het werkprogramma en dat de Minister niet verplicht was om herinneringen te sturen. De conclusie van het College is dat het beroep ongegrond is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven is gedaan op 17 november 2010, en het besluit van de Minister om de aanvraag van appellante af te wijzen is daarmee bevestigd. Het College heeft geen hardheidsclausule gevonden die zou kunnen leiden tot toekenning van steun ondanks het ontbreken van het werkprogramma, en heeft de argumenten van appellante verworpen.