ECLI:NL:CBB:2009:BJ1792
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- M. van Duuren
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen besluiten van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake AWBZ-instellingen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 28 mei 2009, zijn de appellanten, bestaande uit verschillende stichtingen in de geestelijke gezondheidszorg, in beroep gegaan tegen besluiten van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De appellanten stelden dat hun bezwaren tegen een brief van de Staatssecretaris, waarin het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) werd overgenomen, niet-ontvankelijk waren verklaard zonder inhoudelijke behandeling. De procedure begon met brieven van de appellanten van 10 september 2008, waarin zij beroep instelden tegen vier besluiten van de Staatssecretaris van 4 augustus 2008. Deze besluiten betroffen de niet-ontvankelijkheid van hun bezwaren tegen de eerdergenoemde brief van 12 oktober 2007.
De commissie van de bezwaarschriften concludeerde dat de brief van 12 oktober 2007 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en dat de appellanten geen rechtsingang hadden. De appellanten voerden aan dat hun meldingen als aanvragen moesten worden beschouwd en dat de Staatssecretaris op deze aanvragen had moeten beslissen. Het College oordeelde echter dat de brief van de Staatssecretaris slechts een mededeling was en niet gericht op rechtsgevolg, waardoor de niet-ontvankelijkheid van de bezwaren terecht was.
Het College verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de scheiding van verantwoordelijkheden tussen de Staatssecretaris en de NZa, waarbij de laatste de uitvoering van het beleid op zich neemt. De appellanten werden in hun verzoeken niet-ontvankelijk verklaard, en de inhoudelijke bespreking van hun gronden bleef achterwege.