ECLI:NL:CBB:2009:BH3303
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- E.J.M. Heijs
- S.C. Stuldreher
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing handhaving vergunning speelautomatenhal
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen Lanaut Automaten B.V. en de burgemeester van Culemborg, met Amutron B.V. als derde partij. Lanaut had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om handhavend op te treden tegen Amutron, die zonder vergunning een speelautomatenhal exploiteerde. De burgemeester had op 17 april 2008 besloten om niet handhavend op te treden, wat Lanaut niet accepteerde. Na een aantal correspondenties en een zitting op 19 januari 2009, waarin de gemachtigden van de partijen hun standpunten toelichtten, heeft het College de zaak beoordeeld.
Het College oordeelde dat Lanaut geen rechtens te beschermen belang had bij een uitspraak op haar beroep, omdat de burgemeester op 27 mei 2008 opnieuw een vergunning aan Amutron had verleend. Hierdoor was de mogelijkheid voor schadevergoeding voor de periode tussen het handhavingsverzoek van Lanaut en de verlening van de vergunning niet aannemelijk gemaakt. Het College concludeerde dat het beroep van Lanaut niet-ontvankelijk was, omdat er geen procesbelang meer bestond. Amutron had verzocht om veroordeling van Lanaut in de proceskosten wegens misbruik van procesrecht, maar het College zag geen reden om tot een dergelijke veroordeling over te gaan. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder handhaving kan plaatsvinden.