ECLI:NL:CBB:2008:BH0947
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar heffing slachtactiviteiten
In deze zaak heeft Vitalis B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, waarbij het bezwaar van appellante tegen een heffing van € 10.896,00 niet-ontvankelijk werd verklaard. De heffing was opgelegd in verband met het slachten van runderen en schapen in 2006. Appellante stelde dat zij niet op de hoogte was van de heffing, omdat zij in 2006 niet had geslacht en dat er mogelijk een verwisseling had plaatsgevonden met een andere slachterij. De procedure begon met een beroep dat op 9 oktober 2007 bij het College werd ingediend, na een besluit van 4 september 2007 van verweerder. Tijdens de zitting op 13 november 2008 werd het standpunt van beide partijen toegelicht, waarbij de directeur van appellante ook aanwezig was.
Het College heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van appellante te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van bezwaar op 31 maart 2007 begon en eindigde op 11 mei 2007. Het bezwaarschrift werd pas op 1 augustus 2007 ontvangen. Het College oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij het besluit van 30 maart 2007 niet had ontvangen. De afwezigheid van de directeur in het buitenland werd niet als verschoonbare termijnoverschrijding beschouwd. Het College concludeerde dat appellante verantwoordelijk was voor een zorgvuldige postafhandeling, ook tijdens de afwezigheid van haar directeur.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het College geen aanleiding zag voor een dergelijke maatregel.