ECLI:NL:CBB:2008:BG8989
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten in horeca-inrichting
In deze zaak heeft appellante, een horeca-inrichting aan de X-straat te Den Helder, beroep ingesteld tegen de weigering van de burgemeester van Den Helder om haar een vergunning te verlenen voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten. De weigering was gebaseerd op het besluit van 24 april 2008, waarin het bezwaar van appellante tegen de eerdere afwijzing van haar vergunningaanvraag werd afgewezen. De procedure begon met een aanvraag op 3 april 2007, gevolgd door een bezoek van een ambtenaar op 12 december 2007 en een besluit van de burgemeester op 18 december 2007, waarin de vergunning werd geweigerd. De bezwaarschriftencommissie adviseerde om het bezwaar ongegrond te verklaren, wat leidde tot het bestreden besluit.
De kern van het geschil draait om de vraag of het restaurantgedeelte van appellante kan worden aangemerkt als een hoogdrempelige inrichting, zoals vereist door de Wet op de Kansspelen. Het College oordeelde dat het restaurantgedeelte niet als een besloten ruimte kan worden beschouwd, omdat er een open verbinding is met het afhaal/snackbargedeelte. Dit betekent dat de inrichting niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten. Appellante voerde aan dat de twee delen van de horeca-inrichting gescheiden zijn door een wand en dat het restaurantgedeelte voldoet aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting. Het College verwierp deze argumenten en concludeerde dat de open verbinding tussen de twee gedeelten de aanvraag ongeldig maakt.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, wat betekent dat de weigering van de vergunning door de burgemeester terecht was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het College geen aanleiding zag voor een dergelijke maatregel.