ECLI:NL:CBB:2007:BC2473
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Regeling superheffing en melkpremie 2004 met betrekking tot de toevoeging aan de nationale reserve
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2007 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A en het Productschap Zuivel. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat betrekking had op de Regeling superheffing en melkpremie 2004. De kern van het geschil was of appellant, die in de heffingsperiode 2004/2005 minder dan 70% van zijn referentiehoeveelheid melk had geleverd, recht had op een uitzondering op de regel dat de onbenutte referentiehoeveelheid aan de nationale reserve moest worden toegevoegd. Appellant stelde dat er sprake was van overmacht en dat zijn productiecapaciteit tijdelijk was beïnvloed door persoonlijke omstandigheden, waaronder de zorg voor zijn zieke moeder en zijn eigen verslechterde gezondheid.
Het College overwoog dat appellant in de heffingsperiode 2004/2005 een referentiehoeveelheid van 394.659 kg had, maar slechts 233.499 kg had geleverd. Dit betekende dat hij niet voldeed aan de vereiste leveringsnorm. De verweerder had op basis van de geldende Europese regelgeving, met name Verordening (EG) nr. 1788/2003, het niet benutte deel van het quotum aan de nationale reserve toegevoegd. Appellant had aangevoerd dat zijn persoonlijke omstandigheden als overmacht moesten worden aangemerkt, maar het College oordeelde dat deze omstandigheden niet als abnormaal of onvoorzienbaar konden worden beschouwd. Bovendien had appellant zelf besloten zijn melkveehouderij te beëindigen, wat niet duidde op een tijdelijke situatie.
Het College concludeerde dat de verweerder terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van overmacht of van een deugdelijk gemotiveerd geval dat de productiecapaciteit tijdelijk had beïnvloed. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze uitspraak bevestigt de strikte toepassing van de regels omtrent de superheffing en de voorwaarden waaronder een uitzondering kan worden gemaakt.