ECLI:NL:CBB:2007:BA0979
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag GLB-inkomenssteun door Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft appellante, een maatschap, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij haar aanvraag voor GLB-inkomenssteun werd afgewezen. De aanvraag was gedaan voor het aanhouden van 800 ooien gedurende een bepaalde periode. De Minister baseerde de afwijzing op een controle door de Algemene Inspectiedienst (AID), die had vastgesteld dat er op het bedrijf van appellante slechts 580 ooien aanwezig waren. Tijdens de controle waren 249 ooien verplaatst naar een ander bedrijf zonder de vereiste verplaatsingsverklaring. Appellante betwistte de bevindingen van de AID en voerde aan dat de verplaatsing van de ooien geen invloed had op het aantal aangevraagde ooien, aangezien zij nog steeds meer dan 800 ooien op haar bedrijf had.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat het verschil tussen het aantal aangevraagde en het aantal geconstateerde ooien meer dan 20% bedroeg, wat volgens de geldende verordening leidde tot afwijzing van de aanvraag. Het College merkte op dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd om haar stelling te onderbouwen dat het aantal ooien op haar bedrijf hoger was dan door de AID vastgesteld. Het College vernietigde echter het bestreden besluit wegens een gebrek aan motivering, omdat verweerder niet had uitgelegd hoe de waarnemingen van de AID zich verhouden tot de handhaving van het primaire besluit. Het College verklaarde het beroep gegrond en bepaalde dat de Minister opnieuw op het bezwaar van appellante moest beslissen.