ECLI:NL:CBB:2007:AZ7155
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- C.M. Wolters
- J.A. Hagen
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de rechtsgeldigheid van statutenwijzigingen van een vereniging naar Surinaams recht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vereniging, opgericht naar Surinaams recht, tegen een uitspraak van de rechtbank te Rotterdam. De vereniging, aangeduid als A, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) waarbij haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat A niet had aangetoond dat zij als rechtspersoon was erkend naar Surinaams recht, en dat de goedkeuring van haar statutenwijzigingen niet op de juiste wijze was gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname.
De rechtbank oordeelde dat A, om als rechtspersoon te kunnen optreden, moest kunnen bewijzen dat de statutenwijzigingen rechtsgeldig waren goedgekeurd en openbaar gemaakt. A had verschillende stukken overgelegd ter ondersteuning van haar stelling, maar de rechtbank vond deze onvoldoende. De rechtbank stelde dat zonder de juiste openbaarmaking de goedkeuring van de statutenwijzigingen niet geacht kon worden te zijn geschied, waardoor A niet als belanghebbende kon worden aangemerkt.
In hoger beroep heeft A betoogd dat zij aan alle formaliteiten had voldaan en dat de rechtbank onterecht originele stukken had geëist. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft echter geoordeeld dat de rechtbank op goede gronden had vastgesteld dat A niet had aangetoond dat zij als belanghebbende kon worden aangemerkt. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat A niet had kunnen bewijzen dat de statutenwijzigingen rechtsgeldig waren gepubliceerd. De beslissing van het College houdt in dat de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en dat er geen kostenveroordeling plaatsvindt.