ECLI:NL:CBB:2006:AZ3454
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.J. Borman
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Regulering van flexibiliteitsdiensten door GTS en de economische machtspositie van GuTS
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 30 november 2006, wordt de methode van regulering voor flexibiliteitsdiensten door Gas Transport Services B.V. (GTS) behandeld. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) van 5 december 2005, waarin de regulering van tarieven voor flexibiliteitsdiensten werd vastgesteld. De appellanten, waaronder Productschap Tuinbouw, Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) en N.V. Nuon, betogen dat de NMa ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de economische machtspositie van GuTS, de rechtsopvolger van de N.V. Nederlandse Gasunie, en dat de regulering van de tarieven niet adequaat is. Het College oordeelt dat de NMa de bevoegdheid heeft om de methode van regulering vast te stellen, maar dat de specifieke voorschriften in de paragrafen 4.2, 4.3 en 4.4 van het besluit niet in overeenstemming zijn met de wet. Het College vernietigt deze paragrafen en stelt dat de NMa de tarieven van GuTS buiten de regulering heeft gelaten, wat niet onrechtmatig is. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en non-discriminatie in de regulering van flexibiliteitsdiensten en bevestigt de rol van GTS als netbeheerder in het gastransport.