ECLI:NL:CBB:2006:AY9290
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Stuurop
- M. van Duuren
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Herziening van heffingen door het Productschap Tuinbouw en de definitie van verpakkingskosten
In deze zaak heeft appellante, een glastuinbouwbedrijf dat zich richt op de teelt van trostomaten, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Tuinbouw. Dit besluit betrof naheffingen over de jaren 2000 tot en met 2003, die waren opgelegd op basis van de jaarlijks vastgestelde Verordening PT heffing teelt groenten en fruit. Appellante had bezwaar gemaakt tegen deze naheffingen, omdat zij van mening was dat de verpakkingskosten onterecht waren meegerekend in de productwaarde waarop de heffingen waren gebaseerd. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de definitie van 'onlosmakelijk met het product verbonden verpakking' door verweerder was gewijzigd, maar dat deze wijziging niet met terugwerkende kracht gold. Verweerder stelde dat de verpakkingen die appellante gebruikte niet langer als onlosmakelijk verbonden met de teelt werden beschouwd, maar dat hij zich niet verplicht voelde om het bezwaar van appellante gegrond te verklaren, omdat de opbrengsten van de eerder geïnde heffingen al waren uitgegeven.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom de verpakkingen van appellante als onlosmakelijk verbonden met de teelt werden aangemerkt. Het College concludeerde dat verweerder niet had voldaan aan de hoorplicht en dat de opgelegde toeslag van 5% op de naheffingen niet op een wettelijke basis was gestoeld. Het beroep van appellante werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en verweerder werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante.