ECLI:NL:CBB:2006:AY6915
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.L.W. Aerts
- M.A. van der Ham
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring door de raad van tucht voor registeraccountants
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 augustus 2006 uitspraak gedaan in een beroep van A v.o.f. tegen een beslissing van de raad van tucht voor registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten. De raad van tucht had op 30 mei 2005 een klacht van appellante niet-ontvankelijk verklaard. Appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde A.J. van der Veen, had in beroep gesteld dat de raad van tucht ten onrechte had overwogen dat betrokkene, B AA, niet verantwoordelijk was voor de werkzaamheden die door Accountantskantoor D B.V. ten behoeve van appellante waren verricht. Appellante voerde aan dat drs. C AA, die intern verantwoordelijk was, niet de externe verantwoordelijkheid droeg, en dat betrokkene als directeur en aandeelhouder van de vennootschap wel degelijk verantwoordelijk was voor de verrichte werkzaamheden.
Tijdens de zitting op 14 maart 2006 is betrokkene niet verschenen, terwijl appellante haar standpunt heeft toegelicht. Het College heeft de feiten zoals vastgesteld door de raad van tucht overgenomen, aangezien daartegen geen grieven zijn ingediend. Het College heeft overwogen dat de raad van tucht terecht de klacht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat betrokkene verantwoordelijk was voor de werkzaamheden. De samenstellingsverklaring van de jaarrekening was ondertekend door drs. C AA, en betrokkene had verklaard dat hij niet betrokken was bij de werkzaamheden voor appellante.
Het College concludeert dat de interne organisatiestructuur van de vennootschappen niet bepalend is voor de verantwoordelijkheid van betrokkene. De stelling van appellante dat zij financiële schade heeft geleden door vermeende fouten van betrokkene, leidt er niet toe dat hij tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Gezien deze overwegingen heeft het College het beroep verworpen, en de beslissing is gebaseerd op titel IV van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.