ECLI:NL:CBB:2003:AO1784
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- C.J. Borman
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen heffing op grond van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2000
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2003 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door een ondernemer die runderen houdt. De ondernemer had beroep aangetekend tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, dat op 14 februari 2002 was genomen, waarin een heffing was opgelegd op basis van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2000. De ondernemer was van mening dat de heffing onterecht was opgelegd, omdat er geen bewijs was dat hij daadwerkelijk profijt had van de diensten die door de Gezondheidsdienst voor Dieren werden geleverd.
Het College heeft vastgesteld dat de ondernemer in het jaar 2000 een heffing van f 50,- per UBN verschuldigd was en dat deze heffing was gebaseerd op de Heffingsverordening die op 8 december 1999 was vastgesteld. De ondernemer had bezwaar gemaakt tegen de heffingsaanslag, maar het Productschap had dit bezwaar ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 5 februari 2003 heeft de ondernemer zijn standpunt niet kunnen onderbouwen, omdat hij niet ter zitting verscheen.
Het College heeft in zijn beoordeling overwogen dat de bevoegdheid tot het opleggen van een heffing niet afhankelijk is van het profijt dat de ondernemer heeft van de bekostigde activiteiten. De ondernemer had niet aangetoond dat de heffing op onjuiste gronden was opgelegd. Het College heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond was en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigde de geldigheid van de Heffingsverordening en de daarop gebaseerde heffing.