ECLI:NL:RVS:2025:948
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 7 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 16 januari 2025 niet-ontvankelijk was verklaard. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 17 februari 2025 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 907,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.