ECLI:NL:RVS:2025:910
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 6 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De vreemdeling had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank, die op 23 januari 2025 het beroep ongegrond had verklaard. Tegen deze uitspraak hebben zowel de vreemdeling als de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld. De minister verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de uitspraak van de rechtbank geschorst zou worden.
De voorzieningenrechter overwoog dat, aangezien de rechtbank het beroep ongegrond had verklaard, de minister op dat moment geen besluit ter uitvoering van de uitspraak hoefde te nemen. Hierdoor ontbrak het spoedeisend belang aan de zijde van de minister, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de minister van Asiel en Migratie bovendien veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 907,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.