ECLI:NL:RVS:2025:671
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister van Asiel en Migratie
Op 20 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de minister van Asiel en Migratie. De aanvraag was op 6 september 2024 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 25 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W. Spijkstra, heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft de minister laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is. De gemachtigde van de vreemdeling heeft niet gereageerd op de mogelijkheid om te bevestigen dat er nog contact is. De Afdeling concludeert dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.