ECLI:NL:RVS:2025:667
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 20 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. P.R. van de Water, hadden een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd, maar deze aanvragen werden op 30 augustus 2024 afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 17 januari 2025 het beroep van de vreemdelingen ongegrond. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de voorzieningenrechter nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. M. den Heyer, met mr. N. Tibold als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 20 februari 2025.