ECLI:NL:RVS:2025:5234
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlengingsbesluit van de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij de overdrachtstermijn met twaalf maanden is verlengd. De minister heeft de appellant op 14 juli 2025 in kennis gesteld van dit verlengingsbesluit. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft op 19 september 2025 het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.J.L. van de Glind, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 november 2025 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen reden is om anders te oordelen dan in eerdere uitspraken over vergelijkbare rechtsvragen. De minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Kuijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 november 2025.