ECLI:NL:RVS:2025:4958
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 16 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin zijn beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond was verklaard. Het besluit van 25 april 2024 stelde vast dat de verzoeker geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer had. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 11 september 2024, heeft de rechtbank op 27 augustus 2025 het beroep van de verzoeker tegen dit besluit afgewezen. De verzoeker heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een dergelijke voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.