ECLI:NL:RVS:2025:4791
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de kennisgeving van gewijzigde identiteitsgegevens door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 8 oktober 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 23 april 2024. De zaak betreft een kennisgeving van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de geboortedatum van de betrokkene werd gewijzigd. De staatssecretaris had op 10 januari 2024 het bezwaar van de betrokkene tegen deze kennisgeving niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde echter dat de kennisgeving een appellabel besluit was en verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond, wat leidde tot de vernietiging van het besluit van de staatssecretaris en de verplichting om een nieuw besluit te nemen.
De minister van Asiel en Migratie ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de kennisgeving volgens eerdere jurisprudentie niet appellabel is, tenzij het een vreemdeling rechtstreeks in zijn belang raakt. Dit was in dit geval niet aan de orde, waardoor de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de kennisgeving appellabel was. De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.