ECLI:NL:RVS:2025:4502
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
Op 25 september 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 8 juli 2025 het beroep van de appellant tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit betrof een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister op 9 april 2025 was ingewilligd. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet in zijn recht stond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen bevestigd dat de rechtbank terecht tot haar oordeel is gekomen en dat het hoger beroep ongegrond is. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De uitspraak van de rechtbank blijft dus in stand en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.