ECLI:NL:RVS:2025:3797
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak tegen commissie van beroep voor de examens ROC Nijmegen
In deze zaak heeft de verzoeker, wonend in [woonplaats], de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in het kader van een beroep tegen een beslissing van de commissie van beroep voor de examens ROC Nijmegen, genomen op 2 juni 2025. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 7 augustus 2025, waarbij de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. D. Hartevelt en de commissie door J.F.E. van Halder, M.L. van Erp en G.A. van der Grift.
Tijdens de zitting is de situatie besproken en is er een verweerschrift ingediend door de commissie. De voorzieningenrechter heeft op 13 augustus 2025 uitspraak gedaan. In een eerdere uitspraak, ECLI:NL:RVS:2025:3777, is het beroep van de verzoeker tegen de beslissing van de commissie ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De commissie is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2025, waarbij mr. C.J. Borman als voorzieningenrechter en mr. T. van Goeverden-Clarenbeek als griffier aanwezig waren.