ECLI:NL:RVS:2025:2788

Raad van State

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
BRS.25.000710
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvragen

Op 21 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvragen van appellanten om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Hiertegen hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn, op 5 juni 2025 beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 juni 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat het hoger beroep zich niet richtte tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat appellanten niet hebben uitgelegd waarom zij de uitspraak onjuist achten. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals vereist onder artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.

De Afdeling heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De minister van Asiel en Migratie is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 juni 2025, en is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.

Uitspraak

BRS.25.000710
Datum uitspraak: 25 juni 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant A], [appellant B] en [appellant C],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 5 juni 2025 in zaken nrs. NL25.13463 en NL25.13465 in het geding tussen:
[appellant A], [appellant B] en [appellant C]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluiten van 21 maart 2025 heeft de minister aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 5 juni 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellanten ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.        Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. Appellanten leggen namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hen niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.        Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Graat
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2025
915-1163