ECLI:NL:RVS:2025:260

Raad van State

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
202405679/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Westerweg 389, Heiloo

Op 15 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan "Westerweg 389, Heiloo" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft verzoeker, een inwoner van Heiloo, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op de zitting van 12 december 2024, waar verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door C. Ouwerkerk, aanwezig waren. Ook was er een derde partij aanwezig, vertegenwoordigd door mr. S. Hartog, advocaat in Alkmaar. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken. De voorzieningenrechter heeft op 29 januari 2025 uitspraak gedaan. In een eerdere uitspraak, ECLI:NL:RVS:2025:236, is al op het beroep beslist, waardoor er geen aanleiding meer was om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is afgewezen en de raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202405679/2/R1.
Datum uitspraak: 29 januari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker A] en [verzoeker B], beiden wonend in Heiloo (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker],
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Heiloo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 15 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan "Westerweg 389, Heiloo" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 12 december 2024, waar [verzoeker A], en de raad, vertegenwoordigd door C. Ouwerkerk, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij], vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. S. Hartog, advocaat in Alkmaar, als partij gehoord
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2025:236, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Daarmee is er geen aanleiding meer een voorziening hangende beroep te treffen. Gelet daarop dient het verzoek te worden afgewezen.
2.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.H.A. Knol, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Knol
voorzieningenrechter
w.g. Deen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2025
604