ECLI:NL:RVS:2025:2584
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en interstatelijk vertrouwensbeginsel
Op 6 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. Verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 17 januari 2025 niet in behandeling werd genomen. Hiertegen heeft verzoeker beroep aangetekend bij de rechtbank, die op 15 mei 2025 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de recente zittingen over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor België, het hoger beroep nader onderzoek vereist. Dit onderzoek leent zich niet goed voor de huidige procedure, waardoor de voorzieningenrechter heeft besloten een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen totdat er op het hoger beroep is beslist. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die zijn opgelopen tot € 907,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in asielprocedures in acht moet worden genomen, vooral in het licht van de kwetsbaarheid van de betrokkenen en de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van hun aanvragen.