ECLI:NL:RVS:2025:1890

Raad van State

Datum uitspraak
28 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
202502235/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.P. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 17 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 9 april 2025 het beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 april 2025 uitspraak gedaan. In deze uitspraak is besloten dat er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, omdat de Afdeling op het hoger beroep van verzoeker heeft beslist. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B.P. Vermeulen, in tegenwoordigheid van mr. D.C.M. van Trappen, griffier.

Uitspraak

202502235/2/V3.
Datum uitspraak: 28 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[verzoeker],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 9 april 2025 in zaak nr. NL25.7571 in het geding tussen:
verzoeker
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 17 februari 2025 heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 9 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van verzoeker beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B.P. Vermeulen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.C.M. van Trappen, griffier.
w.g. Vermeulen
voorzieningenrechter
w.g. Van Trappen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 april 2025
985