ECLI:NL:RVS:2025:1776
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake asielaanvraag
Op 18 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister op 28 oktober 2024 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 2 januari 2025 het beroep van betrokkene gegrond verklaard, het besluit van de minister vernietigd en de minister opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft de minister de asielaanvraag van betrokkene alsnog in behandeling genomen, waardoor de door de rechtbank bestreden overweging over de toepassing van artikel 17 van de Dublinverordening geen praktische betekenis meer had. De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.