ECLI:NL:RVS:2025:1762
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag geschil tussen betrokkene en de minister van Asiel en Migratie
Op 17 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene, een asielzoeker, beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag had op 3 maart 2025 het beroep gegrond verklaard en de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvraag. Tevens was de minister verplicht om een dwangsom van € 100,00 per dag te betalen voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 7.500,00. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij de minister vroeg om schorsing van de uitspraak van de rechtbank.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als betrokkene afgewogen en besloten om geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de minister werd afgewezen, en de minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige besluitvorming in asielzaken en de rol van de voorzieningenrechter in het waarborgen van de rechtsbescherming van asielzoekers.