ECLI:NL:RVS:2025:1639

Raad van State

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
202400049/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing college van burgemeester en wethouders van Dalfsen inzake bestuursdwang op fiets

In mei 2022 hebben toezichthouders van de gemeente Dalfsen een sticker op de fiets van de appellant geplakt, met de mededeling dat de gestalde fiets zou worden verwijderd. Het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen heeft op 17 augustus 2022 het bezwaar van de appellant gegrond verklaard, maar heeft de last onder bestuursdwang abusievelijk niet ingetrokken. De rechtbank Overijssel heeft in haar uitspraak van 16 november 2023 het beroep van de appellant tegen de beslissing van het college ongegrond verklaard. De appellant is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.

De mondelinge uitspraak vond plaats op 10 april 2025, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank bevestigde. De appellant heeft in hoger beroep voornamelijk dezelfde gronden herhaald als in de eerdere procedure. De rechtbank heeft deze gronden gemotiveerd behandeld en de Afdeling heeft geen redenen gevonden om af te wijken van het oordeel van de rechtbank. De Afdeling concludeert dat er geen aanleiding is voor immateriële schadevergoeding en dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202400049/1/A2.
Datum uitspraak: 10 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Dalfsen,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 16 november 2023 in zaak nr. 22/1761 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen.
Openbare zitting gehouden op 10 april 2025 om 14:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad: mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: mr. O. van Loon
Jurist: mr. A. Wolda
Verschenen:
het college, vertegenwoordigd door A.I. Pasma en mr. J. Zwiers.
Inleiding
In mei 2022 hebben toezichthouders van de gemeente Dalfsen een sticker op de fiets van [appellant] geplakt waarop stond dat de gestalde fiets zou worden verwijderd. Het college heeft het bezwaar van [appellant] op 17 augustus 2022 gegrond verklaard, maar de last onder bestuursdwang abusievelijk niet ingetrokken. Het college heeft ter zitting bij de rechtbank het besluit van de last onder bestuursdwang herroepen.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 16 november 2023 waarin het beroep van [appellant] tegen de beslissing van het college van 17 augustus 2022 ongegrond is verklaard.
Beslissing
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Gronden
Wat [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd, is zo goed als een herhaling van de gronden die hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de uitspraak van de rechtbank onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 2 tot en met 8 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. Voor immateriële schadevergoeding ziet de Afdeling geen aanleiding.
Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Loon
griffier
284-1112