ECLI:NL:RVS:2025:1533

Raad van State

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
202305179/3/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 't Hout - De Hoefkens door voorzieningenrechter Raad van State

Op 8 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen De Hoefkens Invest B.V. en de raad van de gemeente Helmond. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de raad van 20 juni 2023, waarbij het bestemmingsplan 't Hout - De Hoefkens is vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakt de bouw van 31 rijwoningen en levensloopbestendige patiowoningen mogelijk, maar beperkt ook de maximaal toegestane milieucategorie voor de bedrijfspercelen in de omgeving. De Hoefkens Invest B.V., eigenaar van de noordelijke percelen, is van mening dat het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en vreest dat de verlaging van de milieucategorie haar bedrijfsvoering zal belemmeren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het bestemmingsplan toegewezen, verwijzend naar een eerdere tussenuitspraak van 26 februari 2025, waarin werd vastgesteld dat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van geluidhinder op het woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het besluit van 20 juni 2023 geschorst moet worden, en dat de raad de proceskosten van De Hoefkens Invest B.V. moet vergoeden. De schorsing geldt tot zes weken na de einduitspraak in de hoofdzaak, en de raad moet ook het griffierecht vergoeden dat De Hoefkens Invest B.V. heeft betaald.

Uitspraak

202305179/3/R2.
Datum uitspraak: 8 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
De Hoefkens Invest B.V., gevestigd in Helmond,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Helmond,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 20 juni 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "’t Hout –De Hoefkens" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft De Hoefkens Invest B.V. beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 26 februari 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:786), heeft de Afdeling tussenuitspraak gedaan op het beroep.
De Hoefkens Invest B.V. heeft de voorzieningenrechter op 12 maart 2025 verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en De Hoefkens Ontwikkel B.V. hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Hoefkens Invest B.V. heeft een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 april 2025, waar De Hoefkens Invest B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. M.TH.M. Zusterzeel, advocaat in Weert, en de raad, vertegenwoordigd door I. van Druten, bijgestaan door mr. L.J. Gerritsen, advocaat in Nijmegen, zijn verschenen. Voorts is daar De Hoefkens Ontwikkel B.V., vertegenwoordigd door mr. L.A. Pronk, advocaat in Helmond, als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Voor de beoordeling van het beroep tegen het besluit van 20 juni 2023 is het recht zoals dat gold ten tijde van het nemen van dat besluit bepalend.
Inleiding
2.       Het bestemmingsplan maakt de bouw van 31 rijwoningen en levensloopbestendige patiowoningen mogelijk. De Hoefkens Ontwikkel B.V. is initiatiefnemer van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan beperkt de maximaal toegestane milieucategorie voor de bedrijfspercelen ten noorden en ten zuiden van de gronden waarop de woningen zijn geprojecteerd. De Hoefkens Invest B.V. is eigenaar van de meest noordelijke percelen in het plangebied. Zij kan zich niet met het bestemmingsplan verenigen. Zij stelt dat het plan een ontwikkeling mogelijk maakt die niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en zij vreest door de verlaging van de maximaal toegestane milieucategorie te worden belemmerd in haar bedrijfsvoering.
Spoedeisend belang
3.       De voorzieningenrechter stelt vast dat het bestemmingsplan in werking is getreden. Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van de 31 woningen waarin het plan voorziet.
Tegen het besluit van 15 augustus 2024 is door De Hoefkens Invest B.V. bezwaar gemaakt. Om te voorkomen dat het college in bezwaar moet toetsen aan het plan, heeft zij de voorzieningenrechter verzocht het besluit tot vaststelling van het plan te schorsen. Dit in verband met de zogenoemde Tegelen-jurisprudentie, die is neergelegd in onder meer de uitspraak van de Afdeling van 21 december 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AA4296.
De vraag of op het bezwaar tegen de omgevingsvergunning al dan niet een inhoudelijk besluit zal volgen, waar de raad en De Hoefkens Ontwikkel B.V. aandacht voor hebben gevraagd, is geen onderwerp van geschil in deze procedure. De voorzieningenrechter loopt daar dan ook niet op vooruit en neemt een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening aan.
Beoordeling van het verzoek en conclusie
4.       De Hoefkens Invest B.V. heeft verzocht om schorsing van het besluit van 20 juni 2023 en ook verzocht die voorlopige voorziening in stand te houden tot zes weken nadat de Afdeling einduitspraak zal hebben gedaan in de hoofdzaak.
5.       Over de gevraagde schorsing overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
In de tussenuitspraak van 26 februari 2025 heeft de Afdeling geoordeeld dat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van geluidhinder afkomstig van de percelen van De Hoefkens Invest B.V. op het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen.
De raad heeft zich, gelet op de conclusies uit het door De Hoefkens Invest B.V. in het geding gebrachte rapport "’t Hout - De Hoefkens Helmond; 2nd opinion akoestisch onderzoek" van 22 augustus 2023 van Peutz, niet op het standpunt mogen stellen dat De Hoefkens Invest B.V. niet in haar bedrijfsvoering wordt beperkt als gevolg van de woningbouw.
6.       Het verzoek om voorlopige voorziening wordt, onder verwijzing naar de tussenuitspraak, toegewezen. Vanwege het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek zal het besluit van 20 juni 2023 worden geschorst.
7.       Gelet op artikel 8:85, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zal deze schorsing zich niet uitstrekken tot zes weken na de einduitspraak in de hoofdzaak, zoals is verzocht.
De voorzieningenrechter gaat voorts niet in op het verzoek om te bepalen dat het besluit op bezwaar tegen de omgevingsvergunning eerst zes weken na de einduitspraak in de hoofdzaak mag worden genomen. De verleende omgevingsvergunning ligt niet ter beoordeling voor.
8.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Helmond van 20 juni 2023, waarbij het bestemmingsplan "’t Hout - De Hoefkens" is vastgesteld;
II.       veroordeelt de raad van de gemeente Helmond tot vergoeding van bij De Hoefkens Invest B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.814,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III.      gelast dat de raad van de gemeente Helmond aan De Hoefkens Invest B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 365,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H.J.M. Besselink, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.L. Bolleboom, griffier.
w.g. Besselink
voorzieningenrechter
w.g. Bolleboom
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2025
641