ECLI:NL:RVS:2025:1509
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.A. de Poorter
- T.W.A. Weber
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen weigering toegang tot Nederland en vrijheidsontnemende maatregel
In deze zaak heeft de minister van Asiel en Migratie op 4 januari 2025 besloten om betrokkene de toegang tot Nederland te weigeren en hem een vrijheidsontnemende maatregel op te leggen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, die op 16 januari 2025 het beroep gegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat de vrijheidsontnemende maatregel onrechtmatig was vanwege de detentieomstandigheden in het Justitieel Complex Schiphol. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel bevolen en schadevergoeding toegekend aan betrokkene.
De minister heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de eerdere vrijheidsontnemende maatregel niet onrechtmatig was en dat de omstandigheden in het JCS niet de rechtmatigheid van de opvolgende maatregel beïnvloedden. De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier, en is openbaar uitgesproken op 4 april 2025.