ECLI:NL:RVS:2025:1382
Raad van State
- Hoger beroep
- M.J.M. Ristra-Peeters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van de minister van Asiel en Migratie tot bewaring van een vreemdeling
Op 31 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 3 maart 2025 het beroep van de vreemdeling tegen de beslissing van de minister van Asiel en Migratie om hem in bewaring te stellen, ongegrond verklaard. De vreemdeling was op 11 februari 2025 in bewaring gesteld door de minister. In de uitspraak van de rechtbank werd ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. El Assrouti, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Raad nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling zag ook geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.