ECLI:NL:RVS:2025:1368
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 10 september 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Dit besluit werd op 14 november 2024 aangevuld door de minister. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, heeft op 11 maart 2025 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van 10 september 2024 vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De minister van Asiel en Migratie werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 907,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 maart 2025.