202403933/3/R2.
Datum uitspraak: 19 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Stichting Blauwe Scholk en omgeving, gevestigd in Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Wonen op de Donk Den Dungen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de stichting beroep ingesteld.
De stichting heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De stichting en [partij]. hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 december 2024, waar de stichting, vertegenwoordigd door J.L.M.H.M. Slot-Lamers en A.A. van Abeelen, is verschenen. Voorts is ter zitting [partij], vertegenwoordigd door F.J.M.van Grinsven en P.E.M. van Grinsven-Raaijmakers, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
2. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 10 november 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
3. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 43 woningen mogelijk op de locatie Donksestraat 19 in het centrumgebied van Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel. Op die locatie is een agrarisch bedrijf gevestigd; namelijk een veehouderij en een kleinschalig graafmachineverhuurbedrijf. Dit agrarische bedrijf wordt gesaneerd ten behoeve van de beoogde woningbouw. Deze woningbouw wordt ontwikkeld door [partij]. Tevens voorziet het bestemmingsplan in een ontsluitingsweg naar de nieuwe woningen.
Het plangebied ligt in het westen van de kern Den Dungen en op ongeveer 60 meter van de kerk, het dorpshart van Den Dungen. De directe omgeving van het plangebied wordt gevormd door agrarische gronden aan de westzijde, woningen aan de noord- en oostzijde en niet-agrarische bedrijvigheid in de vorm van een landbouwmechanisatiebedrijf en een kantoorpand aan de zuidzijde.
4. De stichting zet zich in voor het behoud van het oude schoolgebouw De Blauwe Scholk, dat gedeeltelijk als gemeentelijk monument is aangewezen, en het buitenterrein bij dit gebouw, aan de noordzijde van het plangebied. Het schoolgebouw en het buitenterrein zijn in eigendom van de gemeente. De ontsluitingsweg is gedeeltelijk voorzien op het buitenterrein. De stichting kan zich niet vinden in de beoogde woningbouw, omdat deze volgens haar nadelige gevolgen heeft voor de aanwezige lintbebouwing en het dorpskarakter. De stichting kan zich ook niet vinden in de beoogde ontsluitingsweg, omdat de aanleg en het gebruik van deze weg volgens haar leidt tot onherstelbare schade aan het buitenterrein.
Het verzoek
5. Het verzoek van de stichting strekt tot schorsing van het bestemmingsplan totdat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure gericht tegen de vaststelling van het bestemmingsplan.
-Woningbouw
5.1. De stichting stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. Zij voert daartoe aan dat er een kans is dat er op korte termijn op grond van het bestemmingsplan een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de woningbouw wordt ingediend, waar dan een besluit op genomen moet worden. Dit kan leiden tot onomkeerbare gevolgen.
5.2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek, voor zover deze betrekking heeft op de beoogde woningbouw, af, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat er geen sprake is van een spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening.
Niet in geschil is dat op het moment van de zitting van de voorzieningenrechter geen aanvraag is ingediend voor een omgevingsvergunning op grond van het bestemmingsplan. Verder is niet gebleken dat de nieuwe bouwmogelijkheden, die het bestemmingsplan mogelijk maakt, op dit moment aanleiding geven voor het uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden, die feitelijk onomkeerbare gevolgen zullen hebben, en waarvoor het bestemmingsplan nodig is om deze uit te kunnen voeren. Zoals de voorzieningenrechter in haar uitspraak van 12 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4551, heeft geoordeeld, is de enkele stelling dat het voornemen bestaat om te gaan bouwen of een vergunningaanvraag in te dienen voor bouwen, onvoldoende om spoedeisendheid aan te nemen bij een verzoek om schorsing van een bestemmingsplan. De praktijk leert immers dat het uitzonderlijk is dat er vooruitlopend op de onherroepelijkheid van een bestemmingsplan daadwerkelijk een aanvraag wordt ingediend en uitvoering wordt gegeven aan een bouwplan. -Ontsluitingsweg
5.3. De stichting vreest voor onomkeerbare gevolgen in de vorm van onherstelbare schade aan het buitenterrein als gevolg van de met het bestemmingsplan beoogde ontsluitingsweg.
5.4. De ontwikkelaar wenst de ontsluitingsweg al voorafgaand aan het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor de woningbouw aan te leggen. Vaststaat dat de ontsluitingsweg al op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Den Dungen/Maaskantje" is toegestaan. In dat bestemmingsplan heeft het gebied namelijk de bestemming "Centrum", waarbinnen de functie "ontsluitingsweg" reeds is toegestaan. Het voorliggende bestemmingsplan is dus niet nodig om de ontsluitingsweg aan te mogen leggen. Derhalve bestaat ook in zoverre geen spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening vereist. De voorzieningenrechter wijst het verzoek ook in zoverre af.
Overigens heeft de ontwikkelaar ter zitting aangegeven dat er voor de ontsluitingsweg, voor zover deze op het buitenterrein is voorzien, geen werkzaamheden zullen plaatsvinden, maar dat gebruik zal worden gemaakt van de daar bestaande bestrating, waarover platen zullen worden gelegd.
6. Volledigheidshalve wijst de voorzieningenrechter erop dat de stichting een nieuw verzoek om voorlopige voorziening kan indienen, als zich nieuwe of andere omstandigheden voordoen, die maken dat alsnog een voorlopige voorziening moet worden getroffen voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op het beroep.
Proceskosten
7. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.M. Kaajan, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.S.D. Ramrattansing, griffier.
w.g. Kaajan
voorzieningenrechter
w.g. Ramrattansing
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 december 2024
408