ECLI:NL:RVS:2024:4929
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J.M. Ristra-Peeters
- Q. Boon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 1 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. Op 18 november 2024 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 november 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de motivering van de rechtbank is overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Ristra-Peeters, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 november 2024.