ECLI:NL:RVS:2024:4894
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 26 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 13 september 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 21 november 2024 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat er een voorgenomen overdracht op 27 november 2024 zou plaatsvinden.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de hogerberoepstermijn nog niet was verstreken en heeft daarom bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening getroffen dat de voorgenomen overdracht van de vreemdeling op 27 november 2024 achterwege blijft. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgesteld door mr. A. Kuijer, met mr. J. Nouta als griffier.