ECLI:NL:RVS:2024:4434
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en overdracht van vreemdeling
Op 1 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 30 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 5 juli 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Woudwijk, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek toegewezen, verwijzend naar eerdere jurisprudentie. Daarnaast verzocht de vreemdeling om te voorkomen dat zij zou worden overgedragen aan Spanje, terwijl de minister haar eerder had opgedragen de Europese Unie te verlaten. Ook dit verzoek werd toegewezen, omdat de minister de vreemdeling wilde overdragen, ondanks de eerdere beslissing.
De voorzieningenrechter heeft de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 1.750,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 november 2024.