ECLI:NL:RVS:2024:3813
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 25 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 16 mei 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 26 augustus 2024 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.
De minister van Asiel en Migratie heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de vreemdeling afgewogen en besloten dat de minister de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit betekent dat de overdrachtstermijn wordt opgeschort vanaf de dag na de bekendmaking van deze uitspraak. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en is van belang voor de verdere behandeling van de asielaanvraag van de vreemdeling. De beslissing van de voorzieningenrechter biedt de minister de ruimte om zijn hoger beroep af te wachten zonder dat hij direct aan de uitspraak van de rechtbank hoeft te voldoen.