ECLI:NL:RVS:2024:3798
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in geschil over bindend negatief studieadvies voor bacheloropleiding Bedrijfskunde
Op 21 augustus 2024 heeft de BSA-commissie van de Vrije Universiteit Amsterdam een bindend negatief studieadvies gegeven aan [verzoeker] voor de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Hiertegen heeft [verzoeker] administratief beroep ingesteld bij het college van beroep voor de examens (CBE) van de universiteit. Op 9 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening toegewezen, hangende het administratief beroep. Op 18 september 2024 heeft het CBE het beroep van [verzoeker] ongegrond verklaard, waarna [verzoeker] opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend.
De voorzieningenrechter heeft, gezien de spoedeisendheid van de situatie, zonder zitting uitspraak gedaan. [verzoeker] heeft aangegeven dat hij onderwijs en tentamens wil blijven volgen, omdat hij anders studievertraging oploopt. Hij heeft op 23 september 2024 een belangrijk tentamen dat van invloed is op zijn studievoortgangsnorm. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat hij niet over het volledige dossier beschikt en dat het standpunt van het CBE niet bekend is. Daarom heeft hij besloten om het verzoek bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen, met de belofte om het verzoek op korte termijn op zitting te behandelen.
De voorzieningenrechter heeft de voorlopige voorziening getroffen dat [verzoeker] tot de bacheloropleiding Bedrijfskunde wordt toegelaten en dat hij mag deelnemen aan het onderwijs en de tentamens totdat er een definitieve beslissing is genomen. Deze beslissing is voorlopig en bindt de voorzieningenrechter niet in de bodemprocedure.