ECLI:NL:RVS:2024:3785
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 19 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 9 juli 2024 was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 10 september 2024 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om de voorgenomen beëindiging van de opvang, die op 17 september 2024 zou plaatsvinden, achterwege te laten. De voorzieningenrechter heeft besloten om bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen, omdat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog niet waren ontvangen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de voorgenomen beëindiging van de verstrekkingen op 17 september 2024 niet door mag gaan.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 september 2024.